Taptechniek

TSN is de technische specialist in de horecabranche. Wij begeleiden u in de keuze en plaatsing naar de juiste tapinstallatie. Onze monteur regelt de plaatsing en het onderhoud van uw (tap)installatie en verhelpt eventuele storingen.

Storingen kunt bij uw TSN-monteur ter plekke melden of tijdens kantooruren melden bij de door u bekende telefoon nummer en of e-mailadres.

Wij proberen altijd eerst telefonisch met u het probleem op te lossen. Lukt dit niet dan komt een monteur de storing zo spoedig mogelijk verhelpen.

Tapservice

TSN (Tapservice Nederland) waarborgt de kwaliteit van uw bier- en tapinstallatie. Vier- of achtwekelijks, afhankelijk van uw installatie, komt de monteur, tegen betaling, uw installatie reinigen.

De reinigingen worden, in samenspraak met u, uitgevoerd op werkdagen tussen 6:00 en 17:00 uur. Gelijktijdig met het reinigen, voeren zij desgewenst het klein technisch onderhoud uit. De materialen voor dit klein technisch onderhoud zijn inbegrepen in deze service.

Informatie tapinstallatie







    De juiste tapdruk versus opslagtemperatuur

    Indien de tapdruk niet goed is ingeregeld ten opzichte van de opslagtemperatuur heeft dat gevolgen voor de bierkwaliteit. Dat proeven uw gasten.

    Tapdruk

    Indien de tapdruk te laag is ingesteld, verlaat de CO2 het bier. Het bier smaakt daardoor vlak en tevens bitterder. Wij noemen dit
    ‘desaturatie’. Bovendien geeft het tapproblemen in de vorm van schuimproppen alsof het fust leeg is.

    Indien u de tapdruk te hoog heeft ingeregeld, zal de CO2 in het bier zich vermeerderen. Dit veroorzaakt een overmatige schuimvorming en leidt tot bierverlies, genaamd ‘oversaturatie’. De bierstraal heeft een melkachtige kleur.

    Vijf bepalende factoren

    Uitgaande dat u een tapinstallatie heeft met een aparte koelwaterbak, is de tapdrukwaarde afhankelijk van vijf factoren:

    1. Welk CO2 gewichtspercentage bevat uw bier (bij speciaalbier kan dit hoger liggen)
    2. De opslagtemperatuur van het biervat
    3. Het hoogteverschil tussen de opslag van het biervat en de tapkraan
    4. Lengte en diameter van de bierleidingen
    5. De stromingsweerstand van de tapinstallatie voor de gewenste tapsnelheid

    Deze vijf factoren zijn technisch met elkaar verweven om de juiste tapdrukwaarde voor uw installatie te optimaliseren. De vuistregel voor de tapdrukwaarde wordt berekend door de temperatuur van de opslagruimte gedeeld door 10.

    TSN | Tapdruk versus Opslagtemperatuur 2017

    Optimaliseren van de tapdruk met praktijkvoorbeelden

    Uw opslagruimte is gemiddeld 18 C. Dit betekent dat uw tapdruk ingeregeld dient te worden op ca 1,8 bar.

    Het schema helpt u bij het bepalen van de juiste tapdruk. De meeste bieren vallen met hun CO2 gewichtspercentage tussen 0.46 en 0.49 (gew.%).

    Indien het percentage anders is, is het verstandig om dit na te vragen bij uw brouwer. De kans is groot dat u een aparte reduceerkraan nodig heeft.

    Indien u een fustenkoelkast onder uw tapkraan heeft staan, is de gewenste tapdruk gemiddeld 0,7 bar.

    Hoe stelt u de reduceermeter in

    Om de CO2 reduceermeter in te regelen sluit u eerst E aan op de CO2-fles. Zet C dicht (dicht is als de kraan horizontaal is).
    Draai de grote ronde knop op de CO2-fles geheel open en draai hem één slag terug. Hierdoor krijgt u de fles altijd weer dicht.
    U zult nu zien dat de wijzer van A naar een bepaalde waarde stijgt. Bij een volle fles is dit bij circa 50 bar. Dit is afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
    Via D stelt u de juiste waarde in. Deze wordt aangegeven op B. Zodra de juiste waarde is ingeregeld, kan de kraan van C worden geopend.

    U hoort vervolgens de CO2 in het fust lopen.

    TSN - Reduceermeter

    Reduceermeter:

    A – Inhoudsmeter CO2-fles

    B – Ingestelde tapdruk

    C – Afsluit kraan naar de tapkop

    D – Instelschroef (kan verschillende vormen hebben)

    E – Koppelstuk voor op de CO2-fles. (kan ook via een hogedrukslang)